Accelerating the recovery of the European Eel

Het Moeizame Herstel Van De Paling


Article by Koen Moons, published on Bionieuws

In hun glasaalstadium trekken palingen Europa in. Het ging lang slecht met ze, maar nu lijkt herstel te zijn ingezet. FOTO IMAGESELECT


Na tien jaar aalherstel gloort er hoop voor de Europese paling, maar de grootste slag is nog te slaan. Natuurbescherming en palingsector werken daar beide aan, maar kibbelen intussen over doelstellingen, cijfers en wetenschappelijke inzichten.


‘Ik kan uit mijn jeugd herinneren dat de kust vol zat met glasaal als ik daar ging vissen. Maar van 1980 tot 2011 is het continu naar beneden gegaan tot er nog 1 procent over was. Sinds 2009 beschermen we ze, daardoor zijn meer schieralen uitgetrokken naar het paaigebied in de Sargassozee en in 2011 was het eerste moment dat er verbetering zichtbaar zou kunnen zijn in de intrek van glasaal in Europa, en dat is ook gebeurd.’ Willem Dekker, als aalexpert verbonden aan de landbouwuniversiteit van Stockholm en adviseur van de Sustainable Eel Group, schetst in het kort de ontwikkeling van de vis waar hij zijn hele carrière aan heeft besteed, de Europese aal (Anguilla anguilla). Dekker was meer dan tien jaar geleden de drijvende kracht achter de Europese aalverordening. ‘Dat Europese beschermingsplan is een breekpunt geweest. Sinds die tijd gaat het elk jaar ongeveer 18 procent omhoog. We gaan dus ongeveer even hard omhoog als we destijds naar beneden zijn gegaan, dat zie je in de biologie wel vaker, meer moet je echt niet verwachten.’ Daarmee reageert hij op de evaluatie van de aalverordening door de Europese Commissie die in februari verscheen, waarin wordt geconcludeerd dat er nog veel moet worden gedaan.

Twijfels
In de afgelopen tien jaar werd – in het kader van het aalbeheerplan dat elke lidstaat opstelde – onder andere de visserij op paling beperkt door een vangstvrije periode. Ook werden door vissers schieralen over de dijk gezet, en glasaaltjes aan de kust gevangen en in door overheden aangewezen binnenwateren uitgezet, de zogenoemde restocking. Natuurbeschermers hebben hier hun twijfels over, zo ook Christien Absil van de Good Fish Foundation. ‘Bij restocking gaat men ervan uit dat de paling na opgroeien ook uit kan trekken naar het paaigebied, maar dat is maar de vraag. Vindt een aal uit Frankrijk die elders in Europa is uitgezet de weg naar de Sargassozee wel? Het is een politieke maatregel geweest, met de insteek ‘baat het niet dan schaadt het niet’.’ Zweeds onderzoek met gezenderde alen liet zien dat zowel uitgezette als natuurlijke alen de weg naar de oceaan vonden. Maar visonderzoeker Martijn Schiphouwer van Ravon, die met de Good Fish Foundation samenwerkt in het project Red onze paling, betwijfelt of de uitgezette aal overal de weg terugvindt. ‘Misschien in een rivier waar een duidelijke stroming is, maar geldt dat ook voor het polderlandschap van Nederland, waar de stroming niet altijd richting zee is en niet altijd van hoog naar laag? In Noorwegen is recent onderzoek gedaan waaruit blijkt dat glasaal bij het binnentrekken een magnetische kaart maakt van het estuarium, om precies de weg terug te vinden’, weet Schiphouwer.

Barrières
Of de schieraal nu wel of niet de weg weet, wegkomen uit de uitzetwateren is soms ook door barrières onbegonnen werk, blijkt uit onderzoek van de universiteit van Gent. In Vlaanderen wordt heel wat glasaal uitgezet in het Albertkanaal, een drukbevaren scheepvaartkanaal met maar liefst zeven scheepvaartsluizen. Uit de studie met gezenderde alen bleek 66 procent van de schieralen tijdens de twee jaar durende studie er niet in te slagen om het kanaal te verlaten. Het slechten van barrières als dammen, sluizen en waterkrachtcentrales is dan ook een aspect waar alle partijen het over eens zijn. Daarbij blijken reeds genomen maatregelen vaak niet te voldoen. ‘Er zijn vaak wel vistrappen aangelegd, maar dat is dan met name voor de zalm gedaan en die zwemt de andere kant op. Palingen kunnen dus wel stroomopwaarts erlangs, maar als ze terug naar zee trekken, is zo’n centrale een onneembare barrière’, schetst Absil.
‘We gaan dus even hard omhoog als we destijds naar beneden zijn gegaan, meer moet je echt niet verwachten’
Maar ook op de heenweg gaat het vaak al fout, meent Alex Koelewjn, voorzitter van Duurzame Palingsector Nederland (Dupan). ‘Veel vistrappen zijn niet geschikt voor intrek van glasaal. Die worden gemaakt voor grote vis, maar een glasaal heeft de kracht niet om tegen de stroming zo’n vistrap op te zwemmen. Dan moet je speciale voorzieningen aanleggen, zoals aalladders.’

Gereguleerde handel
De stichting van Koelewijn is onder andere verantwoordelijk voor de restocking in Nederland en is betrokken bij verschillende projecten om de sector te verduurzamen. De aansluiting bij ngo’s met hetzelfde doel blijkt lastig. ‘De palingsector loopt voor de muziek uit, wil eigenlijk hetzelfde als de ngo’s, dus je zou dan geen tegenwerking verwachten.’ Hij doelt daarmee op het standpunt van sommige natuurbeschermingsorganisaties dat de paling niet geconsumeerd zou moeten worden. ‘Maar de IUCN heeft in de richtlijnen staan dat gereguleerde handel in kritische bedreigde soorten juist kan bijdragen aan de instandhouding van de soort, er staat nergens dat je ze niet mag eten. De palingsector wil beperkte, gereguleerde en gecontroleerde benutting’, aldus Koelewijn.

Streefdoelen
Wel plaatst hij kanttekeningen bij de streefdoelen in het aalbeheer, namelijk 40 procent van de oorspronkelijke uittrek van schieraal. ‘Het streefdoel is gebaseerd op een situatie die totaal niet meer te vergelijken is met nu. Wij willen graag dat de wetenschap bepaalt hoeveel vis er onder de huidige omstandigheden mogelijkerwijs kan leven, en hoeveel je daar dan van kunt oogsten.’ Dekker ziet echter reden om wel de bepaalde streefdoelen aan te houden, zelfs als die niet meer haalbaar zouden blijken te zijn. ‘Als we boven die 40 procent zitten, hebben we een stabiel bestand. Gaat het een keer niet zo goed op de oceaan, of er gebeurt een ramp langs de Rijn, dan herstelt zich dat wel weer. Ik snap dat pragmatisme van Koelewijn wel en het idee dat het misschien niet meer haalbaar is. Maar wanneer je je zou neerleggen bij het feit dat bijvoorbeeld meer dan 20 procent niet haalbaar is en je de bescherming daarop richt, dan ben je die stabilisering kwijt. Als er dan een storm komt op de Sargassozee, ben je alles kwijt.’

Muizenstapjes
De palingsector en de vissenbeschermers hebben ook een wat andere kijk op recente cijfers over hoeveelheden glasaal die de laatste jaren vanuit het voortplantingsgebied de kust bereiken. Volgens recente cijfers van ICES was tussen 2001 en 2010 de intrek in de Noordzee gemiddeld 1,2 procent van de jaren zestig en zeventig, in de negen jaar schommelend tussen 1,4 tot 1,9 procent. Hieruit concludeert Dupan dat de herstelmaatregelen hun vruchten afwerpen, maar Ravon en Good Fish Foundation zien de lage stand als een teken dat de toestand onverminderd kritiek is. De cijfers elders in Europa liggen overigens hoger. Dekker ziet de discussie met lede ogen toe. ‘Ze zitten elkaar vliegen af te vangen. Natuurbeschermers blijven maar roepen dat het slecht gaat en in de visserijwereld is er de neiging te zeggen: alle zorgen zijn weer van de baan, we kunnen weer heerlijk van start gaan. Nee, je moet zeker nog dertig jaar lang werken aan het herstel en daarna nog steeds blijven beschermen. Wat je in de gaten moet houden is dat het bergopwaarts gaat. Het zijn muizenstapjes, maar het is de hoogste snelheid die je had kunnen verwachten. We hebben wel nog een lange weg te gaan. In mijn leven zal ik niet meer meemaken dat dit bestand zich herstelt tot de dichtheid die ik me uit mijn jeugd herinner, maar mijn kleinkinderen mogelijk wel’, aldus de 64-jarige Dekker.
INDEXES GLASAAL-AANWAS Aanwas glasaal (Std. GLM)
De intrek van glasaal langs de Europese kusten is dramatisch gedaald. Boven de langjarige gegevens van ICES. Onder een bewerking met logaritmische schaal, waarop de kleine opleving in de laatste jaren is te zien (bron: SEG). Glasaal-index (%)



LET'S MAKE A DIFFERENCE
HELP US SUPPORT THE RECOVERY OF THE EUROPEAN EEL